Master Gene Bervoets maakt van FFO een groot feest

Je kent hem als Mario Dockers uit ‘Paradise Trips’ (2015), Maurice Teirlinck uit ‘Beau Séjour’ (2021), Pieter Hendriks uit ‘Arcadia’ (2023), Matthias Dumont uit ‘Rough Diamonds’ (2023) en Jacques uit ‘Knokke Off’ (2023): Gene Bervoets is Master van Filmfestival Oostende 2024 en niet weg te denken van het scherm. Met zijn indrukwekkende carrière en passie voor de kunst van cinema brengt hij een berg aan ervaring en vooral veel goesting mee naar het festival. Zijn enthousiasme is aanstekelijk. Hoe Gene de komende editie van het filmfestival ziet? Als een groot filmfeest!

Hoe voelt het om jezelf Master van FFO24 te mogen noemen?

Heel fijn. Ik volg het filmfestival al een hele tijd en heb er fantastische dingen mogen meemaken. Ik werd al een paar keer genomineerd voor een Ensor en in 2015 mocht ik die voor Beste Acteur in ontvangst nemen. Om nu Master te mogen zijn, is fantastisch. Je wordt beloond voor je carrière en de keuzes die je gemaakt hebt. Het doet deugd dat de ploeg achter het filmfestival die keuzes heeft kunnen smaken.

Het voelt dus als een bekroning van het werk dat je al gedaan hebt tot nu toe?

Absoluut. En tegelijkertijd is het iets waar je naar uitkijkt, omdat je een platform krijgt waarbij je datgene waar je voor staat naar voren kan brengen. En dat doe ik natuurlijk in de eerste plaats met mijn thema. 

Om nu Master te mogen zijn, is fantastisch.

Wat betekent Oostende voor jou? Heb je een band met de stad?

Oostende is voor mij zoveel meer dan de koningin der badsteden. Tijdens mijn jeugd zaten we altijd in de omgeving van Oostende als we naar zee gingen. Gaandeweg is Oostende ook een stad geworden waar je niet alleen kunt baden, eten en genieten van alle toeristische mogelijkheden, maar ook een plaats waar je veel cultuur kunt beleven. Oostende is een stad die kunst en cultuur ademt. Niet alleen door Ensor of Spilliaert, maar ook door Arno, Marvin Gaye en enkele grote schrijvers zoals Joseph Roth en Stefan Zweig die er hebben gewoond of verbleven. Alles in Oostende refereert aan die grootsheid.

Je koos voor het thema ‘Rebel, sans Gene: Come as you are’. Heb je er lang over moeten nadenken?

Toch wel eventjes. Er flitst natuurlijk meteen van alles door je hoofd, maar mijn naam heeft toen geholpen (lacht). Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik als speler en als kunstenaar het rebelse moest opzoeken, het tegendraadse, dat wat niet voor de hand ligt. Bovendien zit er een dubbele betekenis achter ‘sans Gene’. Enerzijds betekent het ‘zonder schaamte, zonder belemmering iets doen’ en anderzijds betekent het letterlijk ‘zonder Gene’. Bereid zijn om jezelf helemaal weg te cijferen en iemand anders te worden. Die twee samen vormen een mooie contradictie: tegelijkertijd loslaten en controleren. Dat is helemaal waar ik voor sta in mijn werk.

Wat maakt voor jou iemand een ‘Rebel, sans Gene’?

Iemand die iets bereikt heeft door buiten de lijntjes te kleuren, door andere beelden en visies te onderzoeken, hun oogkleppen af te zetten en daarmee heel mooie dingen te doen. Dat tegen de haren in strijken, dat is wat ik interessant vind en waar ik steeds naar op zoek ga, zowel in de beeldende kunst als in film, theater, muziek en literatuur.

Dat tegen de haren in strijken, dat is wat ik interessant vind en waar ik steeds naar op zoek ga.

Waar zit de rebel in Gene?

Eigenlijk in alles wat ik aanpak. Als jonge gast zat ik op de academie en al snel was het voor mij onvoldoende om enkel een canvas te hebben waar ik op kon tekenen of schilderen. De urgentie om verhalen te vertellen en dingen naar buiten te brengen, was groot en moest breder gaan dan enkel schilderen. Na Studio Herman Teirlinck heb ik me ook nooit bij een theatergroep aangesloten omdat ik telkens iets anders wilde doen, een nieuw avontuur wilde aangaan. Vaak ook onbewust.

Beeld Master Gene Bervoets

De Master maakt elk jaar een selectie van films die op het festival vertoond zullen worden. Op basis waarvan heb je je keuze gemaakt?

Ook hier kwam die zoektocht naar rebellie naar boven. Ik ben op zoek gegaan naar mijn helden en dat waren telkens de grote vernieuwers en rebellen van het medium film: van Buster Keaton over Fellini tot Kubrick. Ik houd van makers die de wereld opentrekken en mij doen dromen. Mijn keuze voor David Lynch maakt dat erg duidelijk. Zijn films zijn stuk voor stuk droomwerelden waar ik soms kop noch staart aan krijg, maar dat hoeft geen probleem te zijn. Als ik geraakt en verrast word, dan is dat voor mij genoeg.

Het tweede seizoen van ‘Assisen’ gaat in première op het filmfestival. Jij speelt daarin de rol van Dirk Dejager. Hoe was die ervaring voor jou?

Fantastisch. Het was een heel fijne ploeg en ik vind het zo interessant om te mogen samenwerken met jonge mensen. Ik voel dat zij mij ongelofelijk veel kunnen bijbrengen. De diversiteit die ik met mijn thema wil omarmen en die naar boven komt door met jonge mensen, mensen met andere genderidentiteiten en verschillende culturen samen te werken, vind ik fantastisch - en dat zit heel erg in ‘Assisen’. Ik speel de rol van Dirk Dejager, ex-jumpingkampioen en pater familias van een paardenmanege. Op een bepaald moment gebeurt er iets en beslist hij om zijn kleindochter te vermoorden. Het proces dat daarop volgt, stelt de vraag: in hoeverre kan je als mens alle wetten naast je neerleggen en je kleindochter zodanig graag zien dat je beslist haar te vermoorden?

Je bent de laatste tijd in veel producties te zien. Meest recent zijn onder andere ‘Rough Diamonds’, ‘Knokke Off’ en ‘Arcadia’. Het tweede seizoen van ‘Assisen’ gaat in première op FFO. Wat staat er nog allemaal op de planning?

De opnames van het tweede seizoen van ‘Arcadia’ zijn nu gestart. Mijn draaidagen vinden plaats na het festival dus daar kan ik nog weinig over zeggen. Ik heb ook een kleine rol in ‘Dood Spoor’, een nieuwe reeks van Malin-Sarah Gozin. Daarnaast heb ik met een aantal oude vrienden en onze kinderen The Plastik Bags, onze punkband van de jaren 70, nieuw leven ingeblazen. Bjorn Eriksson, de componist van ‘The Broken Circle Breakdown', heeft alle archieven die bestonden op z’n kop gezet en volledig geremasterd tot een dubbele LP. Tijdens FFO spelen we een showcase voor die nieuwe plaat. Het is een ongelofelijk werkstuk geworden en ik ben er heel blij mee.

Ik wil dat iedereen die naar het filmfestival komt zich ongelofelijk amuseert. Dat is de bottom line: zoveel mogelijk genieten van alles wat je wordt aangereikt en van alle creativiteit die door het festival vloeit.

Wat wil je dat mensen onthouden van jouw Masterschap op FFO24?

Ik wil dat iedereen die naar het filmfestival komt zich ongelofelijk amuseert. Dat is de bottom line: zoveel mogelijk genieten van alles wat je wordt aangereikt en van alle creativiteit die door het festival vloeit. Hier komt de ‘sans Gene’ van mijn thema naar boven: de focus moet niet op mij liggen. Voor mij gaat het er in de eerste plaats om dat het publiek zich amuseert. Dan amuseer ik mij ook (lacht). Iedereen moet zich welkom voelen, het wordt een groot feest!

Heb je nog een (laatste) boodschap voor de FFO-bezoeker?

Ik wil vooral zeggen: come as you are en doe eens goed zot!

Een rebelse Masterselectie

Met zijn thema ‘Rebel, sans Gene: Come as you are’ kiest Gene Bervoets voor een rebelse Masterselectie waarin hij je de weg wijst langs de grote vernieuwers en rebellen van het medium. Hij selecteerde acht iconische films: de meeslepende filmklassieker ‘Death in Venice’ van Luchino Visconti (1971), de mysterieuze thriller ‘Lost Highway’ van David Lynch (1997), het ruwe debuut ‘Amores perros’ van Alejandro González Iñárritu (2000) en het psychologisch drama ‘The Master’ van Paul Thomas Anderson (2012). Buster Keatons innovatieve 'The General' (1926), de klassieke komedie 'A Night at the Opera' van de Marx-broers (1935), de indrukwekkende musical 'West Side Story' van Jerome Robbins en Robert Wise en de meeslepende documentaire 'Mutiny in Heaven: The Birthday Party' van Ian White maken de selectie compleet.